See M. De Coster, Woordenboek van neologismen (Amsterdam: Contact, 1999) and Groot scheldwoordenboek (Antwerpen: Standaard, 2007) (retrieved from www.etymologiebank.nl).
Present meaning derived from English "nigger" under influence of older Dutch expressions like zo zwart als de nikker, with necker, nicker meaning "water demon, evil spirit, devil", from Proto-Germanic *nikwiz-, *nikus-. M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim & N. van der Sijs (2003-2009), Etymologisch woordenboek van het Nederlands (AUP: Amsterdam, 2003-2009), s.v. nikker (retrieved from www.etymologiebank.nl).
Probably derived from English "sand nigger". M. De Coster, Groot scheldwoordenboek. Van apenkont tot zweefteef (Antwerpen: Standaard, 2007), s.v. zandneger (retrieved from www.etymologiebank.nl).
Mieke van Baarsel (2003). "De tragiek van de tering". KennisLink. University of Leiden, Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Retrieved 11 July 2011.
"Wilders wil 'kopvoddentaks'" [Wilders wants 'head rag tax']. Trouw (in Dutch). 16 September 2009. Archived from the original on 22 September 2009. Retrieved 30 September 2022.
"Schelden en vloeken". Taaladviesdienst Onze Taal. 20 March 2008. Retrieved 11 July 2011.
web.archive.org
"Wilders wil 'kopvoddentaks'" [Wilders wants 'head rag tax']. Trouw (in Dutch). 16 September 2009. Archived from the original on 22 September 2009. Retrieved 30 September 2022.
Ewoud Sanders (22 May 2003). "Mof". NRC Handelsblad. Archived from the original on 5 March 2011. Retrieved 11 July 2011.