House of Nassau (English Wikipedia)

Analysis of information sources in references of the Wikipedia article "House of Nassau" in English language version.

refsWebsite
Global rank English rank
3rd place
3rd place
121st place
142nd place
5,483rd place
4,978th place
2nd place
2nd place
low place
7,697th place
low place
low place
11th place
8th place
low place
low place
low place
low place
5th place
5th place
2,304th place
1,913th place
low place
low place
27th place
51st place
1,689th place
4,235th place
70th place
63rd place
3,175th place
5,431st place
858th place
569th place

academia.edu

ancestry.com

books.google.com

  • Elisabeth of Schönau: The Complete Works, (Anne L. Clark, trans.) Paulist Press, 2000, p. 287, n.162ISBN 9780809139590
  • Steele, F.M., "St. Elizabeth von Schönau and her Visions", American Catholic Quarterly Review, (James Andrew Corcoran, Patrick John Ryan, Edmond Francis Prendergast, eds.) Hardy and Mahony., 1911, p. 393Public Domain This article incorporates text from this source, which is in the public domain.
  • Rietstap, Johannes Baptist (1861). G.B. van Goor (ed.). Armorial général, contenant la description des armoiries des familles nobles et patriciennes de l'Europe : précédé d'un dictionnaire des termes du blason. Genealogical Publishing Com. p. 297. ISBN 9780806304427. Retrieved 26 May 2015.
  • Rietstap, Johannes Baptist (2003). Armorial general. Vol. 2. Genealogical Publishing Co. p. 297. ISBN 0-8063-4811-9. Retrieved 26 May 2015.:

    Arms of Rene of Chalons:Ecartelé: I et IV de Chalon-Orange; II et III contre-écartelé d'hermine et d'argent au lion de gueules armé et lampassé d'azur; sur-le-tout écartelé de Nassau et Vianden.

  • Rietstap, Johannes Baptist (2003). Armorial general. Vol. 2. Genealogical Publishing Co. p. 297. ISBN 0-8063-4811-9. Retrieved 26 May 2015.:

    Arms of William the Silent: Ecartelé: au 1. d'azur, semé de billettes d'or au lion d'or, armé et lampassé de gueules, brochant sur le tout (Maison de Nassau); II, d'or, au léopard lionné de gueules, arméc ouronné et lampassé d'azur (Katzenelnbogen); III, de gueules à la fasce d'argent (Vianden); IV, de gueules à deux lions passant l'un sur l'autre; sur-le-tout écartelé, aux I et IV de gueules, à la bande d'or (Chalon), et aux II et III d'or, au cor de chasse d'azur, virolé et lié de gueules (Orange); sur-le-tout-du-tout de cinq points d'or équipolés à quatre d'azur (Genève); un écusson de sable à la fasce d'argent brochant en chef (Marquis de Flessingue et Veere); un écusson de gueules à la fasce bretessée et contre-bretessée d'argent brochant en pointe (Buren). Trois cq. cour. C.:1. un demi-vol cont., coupé d'or sur gu. (Chalon); 2. une ramure de cerf d'or (Orange); 3. un demi-vol de sa., ch. d'un bisque aux armes de Dietz. Supporters: deus lions d'or, arm. et lampasse de gules. D.: JE MAINTIENDRAI

  • Rietstap, Johannes Baptist (2003). Armorial general. Vol. 2. Genealogical Publishing Co. p. 297. ISBN 0-8063-4811-9. Retrieved 26 May 2015.:

    Arms of the Kings/Kingdom of the Netherlands: D'azur, semé de billettes, au lion coiffé d'une couronne fermée, le tout d'or, armé et lampassé de gueules, tenant dans sa patte dextre un faisceau de sept flèches d'argent, pointées et empennées d'or, et dans sa patte sénestre, une épée d'argent, garnie d'or, brochant sur le tout

doi.org

euweb.cz

genealogy.euweb.cz

genealogie-mittelalter.de

heraldica.org

kb.nl

koninklijkhuis.nl

  • Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) (ed.). "Wapens van leden van het Koninklijk Huis". Coats of Arms of the Dutch Royal Family, Website of the Dutch Monarchy, the Hague (in Dutch). the Hague, the Netherlands. Retrieved 30 April 2012. Het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden (Rijkswapen) en dat van de Koningen der Nederlanden (Koninklijk wapen) is vanaf de oprichting van het Koninkrijk in 1815 identiek. Het Wapen werd in 1907 gewijzigd en laatstelijk vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 23 april 1980, nr. 3 (stb. 206) bij de troonsaanvaarding van Koningin Beatrix. De beschrijving van het wapenschild in het eerste artikel is dwingend voorgeschreven, de in het tweede en derde artikel beschreven uitwendige versierselen zijn facultatief. In de praktijk wordt de basisuitvoering van het wapen wel het Klein Rijkswapen genoemd. Het Koninklijk Wapen wordt sinds 1907 gekenmerkt door een gouden klimmende leeuw met gravenkroon. De blauwe achtergrond (het veld) is bezaaid met verticale gouden blokjes. De term bezaaid geeft in de heraldiek aan dat het aantal niet vaststaat, waardoor er ook een aantal niet compleet zijn afgebeeld. Het wapenschild wordt gehouden door twee leeuwen die in profiel zijn afgebeeld. Op het wapenschild is een Koningskroon geplaatst. Op een lint dat onder het wapenschild bevestigd is, staat de spreuk 'Je Maintiendrai'. Bij Koninklijk Besluit van 10 juli 1907 (Stb. 181) werd het Koninklijk Wapen, tevens Rijkswapen, aangepast. De leeuw in het schild en de schildhoudende leeuwen droegen vóór die tijd alle drie de Koninklijke kroon, maar raakten deze kwijt nu de toegevoegde purperen hermelijn gevoerde mantel, gedekt door een purperen baldakijn, een Koningskroon ging dragen. De schildhouders waren vóór 1907 bovendien aanziend in plaats van en profiel.
  • Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), ed. (8 January 2015). "Wapens van leden van het Koninklijk Huis". Coats of Arms of the Dutch Royal Family, Website of the Dutch Monarchy, the Hague (in Dutch). the Hague, the Netherlands. Retrieved 11 April 2019. In de wapens van de leden van het Koninklijk Huis zijn steeds in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis van Oranje opgenomen en in het hartschild is het eigen oorspronkelijke familiewapen geplaatst, ... Het wapen van Prins Constantijn en zijn broers bevat in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis Oranje. In het hartschild staat het familiewapen Van Amsberg, een gekanteelde witte burcht. Koning Willem-Alexander voerde dit wapen tot zijn troonsbestijging.
  • Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), ed. (8 January 2015). "Wapens van leden van het Koninklijk Huis". Coats of Arms of the Dutch Royal Family, Website of the Dutch Monarchy, the Hague (in Dutch). the Hague, the Netherlands. Retrieved 11 April 2019. Het wapen van Koningin Máxima bevat in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis Oranje. In het hartschild staat het familiewapen Zorreguieta, een burcht met deur en drie kantelen. Als getrouwde vrouw voert zij het wapen in ovale schildvorm...Het wapen van de Prinses van Oranje en haar zusjes bevat in het eerste en vierde kwartier het Rijkswapen en in het tweede en derde kwartier de jachthoorn van het Huis Oranje. In het hartschild staat het familiewapen Zorreguieta, een burcht met deur en drie kantelen
  • "Official Website of the Dutch Royal House". Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), The Hague, the Netherlands. Retrieved 2013-04-30.

loc.gov

lccn.loc.gov

  • Rowen, Herbert H. (1988). The princes of Orange: the stadholders in the Dutch Republic (2nd ed.). Baltimore: Cambridge University Press. p. 29. ISBN 978-0-8063-4811-7. LCCN 65021472.:

    He used these arms until 1582 when he purchased the marquisate of Veere and Vlissingen. It had been the property of Philip II since 1567, but had fallen into arrears to the province. In 1580 the Court of Holland ordered it sold. William bought it as it gave him two more votes in the States of Zeeland. He owned the government of the two towns, and so could appoint their magistrates. He already had one as First Noble for Philip William, who had inherited Maartensdijk. This made William the predominant member of the States of Zeeland. It was a smaller version of the countship of Zeeland (& Holland) promised to William, and was a potent political base for his descendants. William then added the shield of Veere and Buren to his arms.

monarchie.lu

  • La Cour grand-ducale (ed.). "Armoiries". Cour de Grand-Ducale de Luxembourg (in French). Luxembourg City, Luxembourg. Retrieved 24 April 2019.:

    Armoiries valables du Grand-Duc Adolphe au Grand-Duc Jean

    Grandes armes Parti de trois coupé de trois, qui font seize quartiers, les quatre quartiers du centre formant écu sur le tout, écartelé de Nassau et de Luxembourg :

    au I de Sarrebruck qui est d'azur semé de croisettes recroisettées au pied fiché d'argent, au lion du même couronné d'or, brochant, au II de Merenberg qui est de sinople au sautoir d'or cantonné de douze croisettes du même, au III de Weilnau qui est d'or à deux léopards de gueules, lampassés d'azur, au IV de Moers, qui est d'or à la fasce de sable, au V de Katzenelnbogen qui est d'or au léopard lionné de gueules, armé et lampassé d'azur, au VI de Nassau qui est d'azur semé de billettes d'or, au lion même, armé et lampassé de gueules, couronné d'or brochant (formant premier quartier du surtout), au VII de Luxembourg qui est burelé d'argent et d'azur, au lion de gueules, armé, lampassé et couronné d'or, la queue fourchue et passée en sautoir, brochant (deuxième quartier surtout), au VIII de Saarwerden, qui est de sable à l'aigle éployée d'argent, armée d'or, lampassée de gueules, au IX de Dietz qui est de gueules à deux léopards d'or, armés et lampassés d'azur, l'un sur l'autre, au X de Luxembourg (voir VII), formant le quartier III du surtout, au XI de Nassau (voir VI), formant le quartier IV du surtout, au XII de Lahr qui est d'or à la fasce de gueules, au XIII de Vianden qui est de gueules à la fasce d'argent, au XIV de Kirchberg, qui est d'argent à trois pals de sable, au XV de Sayn, qui est de gueules à léopard lionné d'or, armé et lampassé d'azur, la queue fourchue (et passé en sautoir), au XVI de Mahlberg qui est d'or au lion de sable, armé, lampassé et couronné de gueules. L'écu est surmonté de six casques, le premier et le sixième couronnés.

    Cimiers :

    Une tête et col de lévrier contourné d'or, lampassé de gueules, colleté de sable, bordé et bouclé d'argent. Lambrequins d'or et de sable (Moers). Un vol coupé d'argent et de sable. L. d'argent et de sable (Sarrebruck). Un lion assis d'or, lampassé et couronné de gueules, entre deux proboscides d'azur semées de billettes d'or (Nassau). Lambrequins d'or et d'azur. Un vol de sable (pour Luxembourg). Lambrequins d'argent et d'azur. Un vol de sable chargé d'un disque de gueules à deux léopards d'or. L. d'or et de gueules (Diez). Un chapeau pyramidal d'or, la pointe recourbée. L. d'or et de gueules (Sayn). Support : deux lions couronnés d'or, lampassés de gueules, la tête contournée.

    L'écu et les supports posés sur quatre rinceaux entrelacés d'or.

    Manteau de pourpre, frangé et lié d'or, doublé d'hermines, sommé de la couronne royale.

    Théoriquement, les trois ordres : Lion d'Or de Nassau, Couronne de Chêne et Ordre d'Adolphe de Nassau devraient être appendus en bas de l'écu, mais cela ne fut jamais réalisé.

    Moyennes armes L'écartelé de Nassau-Luxembourg (formant surtout dans les grandes armes), sommé d'une couronne royale, supporté par les deux lions, le tout sous le manteau de pourpre couronné de la couronne royale.

    Petites Armes

    L'écartelé Nassau-Luxembourg sommé de la couronne royale (sans supports ni manteau).

  • La Cour grand-ducale (ed.). "Armoiries". Cour de Grand-Ducale de Luxembourg (in French). Luxembourg City, Luxembourg. Retrieved 24 April 2019.:

    Armoiries fixées par S.A.R. le Grand-Duc Henri

    Petites armoiries Ecartelé, aux I et IV de Luxembourg qui est un burelé d'argent et d'azur, au lion de gueules, la queue fourchue et passée en sautoir, armé, lampassé et couronné d'or, aux II et III de Nassau qui est d'azur semé de billettes d'or, au lion couronné d'or, armé et lampassé de gueules.

    L'écu est timbré d'une couronne royale.

    Armoiries moyennes Les petites armoiries augmentées de supports, à dextre un lion couronné d'or, la tête contournée, la queue fourchue et passée en sautoir, armé et lampassé de gueules, à senestre un lion couronné d'or, la tête contournée, armé et lampassé de gueules.

    Grandes armoiries Ecartelé, aux I et IV de Luxembourg qui est burelé d'argent et d'azur, au lion de gueules, la queue fourchue et passée en sautoir, armé, lampassé et couronné d'or, aux II et III Nassau qui est d'azur semé de billettes d'or, au lion couronné du même, armé et lampassé de gueules, sur le tout en cœur de Bourbon de Parme qui est d'azur à trois (deux, une) fleurs de lys d'or à la bordure de gueules chargée de huit coquilles d'argent posées en orle.

    L'écu est timbré d'une couronne royale et entouré du ruban et de la croix de l'Ordre de la Couronne de Chêne.

    Les supports sont à dextre un lion couronné d'or, la tête contournée, la queue fourchue passée en sautoir, armé et lampassé de gueules, à senestre un lion couronné d'or, la tête contournée, armé et lampassé de gueules, chaque lion tenant un drapeau luxembourgeois frangé d'or.

    Le tout est posé sur un manteau de pourpre, double d'hermine, bordé, frangé et lié d'or et sommé d'une couronne royale, les drapeaux dépassant le manteau.

nassau-info.de

semanticscholar.org

api.semanticscholar.org

warszawa1939.pl

wikimedia.org

commons.wikimedia.org

wikisource.org

en.wikisource.org

worldcat.org

search.worldcat.org