D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59. Gearchiveerd op 21 maart 2015.
D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59; A.E. Taylor, Plato: The Man and his Work, Londen, 19374 (= Mineola, 2001), p. 41. Gearchiveerd op 21 maart 2015.
Henry beschouwt de verslagen van antieke schrijvers en komedieschrijvers dat Aspasia een bordeelhoudster en prostituee was als laster. Henry gelooft dat deze komische kwinkslagen bedoeld waren om Athenes leiderschap te ridiculiseren en waren gebaseerd op het feit dat, door zijn eigen burgerschapswet, Perikles geen geldig huwelijk kon aangaan met Aspasia en dus gewoon met haar moest samenwonen (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138–139.). Om deze redenen stelt historica Nicole Loraux zelfs de getuigenissen van antieke schrijver dat Aspasia een hetaere of courtisane was (N. Loraux, Aspasie, l'étrangère, l'intellectuelle, in N. Loraux, La Grèce au Féminin, Parijs, 2003, pp. 133–164.). Fornara en Samons verwerpen ook deze antieke traditie (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.).
Volgens Debra Nails zou het decreet om haar zoon bij Perikles te legitimeren en haar latere huwelijk met Lysikles (Nails neemt aan dat Aspasia en Lysikles waren getrouwd) onmogelijk zijn geweest, indien ze geen vrijgeborene was (D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59.). Cf. J. Lendering, art. Aspasia of Miletus, Livius.org (2005-2006). Gearchiveerd op 21 maart 2015.
A. Southall, The City in Time and Space, Cambridge - New York, 1998, p. 61.
Fornara en Samons nemen de stelling in dat Perikles huwde met Aspasia, maar dat zijn burgerschapswet haar tot zijn ongelijke maakte (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.). Wallace argumenteert dat indien Perikles Aspasia zou hebben gehuwd, hij met dit huwelijk een voorname Atheense aristocratische traditie zou hebben voortgezet om vreemdelingen met goede connecties te huwen (R.W. Wallace, Recensie van M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, in BMCR 7 (1996).). Henry gelooft dat Perikles door zijn eigen burgerschapswet ervan werd weerhouden met Aspasia te trouwen en aldus met haar in een ongehuwde staat te moeten samenleven (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138-139 (voetnoot 9).). Op basis van een passage in een komedie houdt Henry vast aan de stelling dat Aspasia waarschijnlijk een pallake was, namelijk een concubine (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 13-15.). De historicus Arnold W. Gomme onderstreept dat Perikles' tijdgenoten waarschijnlijk over Perikles spraken als "getrouwd" met Aspasia (A.W. Gomme, Essays in Greek History and Literature, Salem, 1937, pp. 104-105 (voetnoot 2). (= The Position of Women in Athens in the Fifth and Fourth Centuries, in CPh 20 (1925), pp. 1-25.)). Gearchiveerd op 11 december 2008.
Plutarchus, Perikles 24.3-4. Volgens Kahn is het onwaarschijnlijk dat de verhalen zoals die over Socrates' bezoeken aan Aspasia samen met de echtgenotes van zijn vrienden en Lysikles' band met Aspasia historisch zijn. Hij gelooft dat Aeschines onverschillig was voor de historiciteit van zijn Atheense verhalen en dat deze verhalen moeten zijn uitgevonden rond de periode dat de datum van Lysikles' dood was vergeten, maar zijn beroep nog steeds was bekend (C.H. Kahn, Aeschines on Socratic Eros, in P.A. Vander Waerdt (ed.), The Socratic Movement, Ithaca, 1994, pp. 96–-99.). H.G. Adams, art. Aspasia, in H.G. Adams, A Cyclopaedia of Female Biography, Londen, 1857, pp. 75-76.
Plutarchus, Perikles 32.1. Volgens James F. McGlew is het zeer onwaarschijnlijk dat de beschuldigingen tegen Aspasia werden gemaakt door Hermippos. Hij gelooft dat "Plutarch or his sources have confused the law courts and theater" ("Plutarchus of zijn bronnen de gerechtshoven en het theater met elkaar hebben verward"; J.F. McGlew, Citizens on Stage. Comedy and Political Culture in the Athenian Democracy, Ann Arbor, 2002, p. 53.).
A. Powell, Athens' pretty face: anti-feminine rhetoric and fifth-century controversy over the Parthenon, in A. Powell (ed.), The Greek World, Londen - New York, 1995, pp. 259–261.
Omphale en Deianira waren respectievelijk de Lydische koningin die Herakles voor een jaar als slaaf bezat en zijn langlijdende echtgenote. Atheense dramaturgen toonden interesse voor Omphale vanaf het midden van de 5e eeuw v.Chr. De komedieschrijvers parodieerde Perikles als een Herakles onder de controle van een Omphale-achtige Aspasia (P.A. Stadter, A Commentary on Plutarch's Pericles, Chapel Hill - Londen, 1989, p. 240.). Aspasia werd "Omphale" genoemd in de Kheirones van Kratinos of de Philoi van Eupolis (A. Powell, Athens' pretty face: anti-feminine rhetoric and fifth-century controversy over the Parthenon, in A. Powell (ed.), The Greek World, Londen - New York, 1995, pp. 259–261.).
Plutarchus, Perikles 24.4. Volgens Debra Nails zou haar latere huwelijk met Lysikles (Nails neemt aan dat Aspasia en Lysikles waren getrouwd) onmogelijk zijn geweest, indien ze geen vrijgeborene was (D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59.). Cf. J. Lendering, art. Aspasia of Miletus, Livius.org (2005-2006). Gearchiveerd op 21 maart 2015.
R. MacDonald Alden (ed.), Readings in English Prose of the Nineteenth Century, Boston, 1917, p. 195.
M. Brose (ed.), A Companion to European Romanticism, Malden - Oxford - Carlton, 2005, p. 271.
M. Noe, art. George Cram Cook, in P.A. Greasley (ed.), Dictionary of Midwestern Literature, Bloomington, 2001, p. 120.
L.A. Tritle, The Peloponnesian War, Westport, 2004, p. 199.
T.C. Pickering Dodge, Painting: Its Rise and Progress from the Earliest Ages to the Present Time, Boston, 1846, p. 77.
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 87-88 (fig. 5.1).
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 89-90 (fig. 5.2).
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 91-95 (p. 92 (fig. 5.3).).
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 95-96 (fig. 5.4).
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, p. 96.
M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 103-105 (p. 104 (fig. 5.5).).
M. Yenim, The İzmir Museums and the Archaeology of Some Ancient Cities, Izmir, 1969, p. 18. Gearchiveerd op 5 september 2015.
cdlib.org
content.cdlib.org
Henry beschouwt de verslagen van antieke schrijvers en komedieschrijvers dat Aspasia een bordeelhoudster en prostituee was als laster. Henry gelooft dat deze komische kwinkslagen bedoeld waren om Athenes leiderschap te ridiculiseren en waren gebaseerd op het feit dat, door zijn eigen burgerschapswet, Perikles geen geldig huwelijk kon aangaan met Aspasia en dus gewoon met haar moest samenwonen (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138–139.). Om deze redenen stelt historica Nicole Loraux zelfs de getuigenissen van antieke schrijver dat Aspasia een hetaere of courtisane was (N. Loraux, Aspasie, l'étrangère, l'intellectuelle, in N. Loraux, La Grèce au Féminin, Parijs, 2003, pp. 133–164.). Fornara en Samons verwerpen ook deze antieke traditie (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.).
Fornara en Samons nemen de stelling in dat Perikles huwde met Aspasia, maar dat zijn burgerschapswet haar tot zijn ongelijke maakte (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.). Wallace argumenteert dat indien Perikles Aspasia zou hebben gehuwd, hij met dit huwelijk een voorname Atheense aristocratische traditie zou hebben voortgezet om vreemdelingen met goede connecties te huwen (R.W. Wallace, Recensie van M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, in BMCR 7 (1996).). Henry gelooft dat Perikles door zijn eigen burgerschapswet ervan werd weerhouden met Aspasia te trouwen en aldus met haar in een ongehuwde staat te moeten samenleven (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138-139 (voetnoot 9).). Op basis van een passage in een komedie houdt Henry vast aan de stelling dat Aspasia waarschijnlijk een pallake was, namelijk een concubine (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 13-15.). De historicus Arnold W. Gomme onderstreept dat Perikles' tijdgenoten waarschijnlijk over Perikles spraken als "getrouwd" met Aspasia (A.W. Gomme, Essays in Greek History and Literature, Salem, 1937, pp. 104-105 (voetnoot 2). (= The Position of Women in Athens in the Fifth and Fourth Centuries, in CPh 20 (1925), pp. 1-25.)). Gearchiveerd op 11 december 2008.
C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, p. 31.
C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.
C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, p. 163.
Dit blijkt uit het feit dat ze onder andere wordt vermeld als deelneemster in filosofische discussies en in de Suda (s.v.Ἀσπασία) wordt ze zelfs lerares van Perikles, sofiste en lerares in de retorische principes genoemd. S. Monoson, Plato's Democratic Entanglements: Athenian Politics and the Practice of Philosophy, Princeton, 2000, p. 195.
Aristophanes, Acharneis 523-527. R. Just, Women in Athenian Law and Life, Londen - New York, 1989, p. 144 (zie ook voetnoot 5).
Fornara en Samons nemen de stelling in dat Perikles huwde met Aspasia, maar dat zijn burgerschapswet haar tot zijn ongelijke maakte (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.). Wallace argumenteert dat indien Perikles Aspasia zou hebben gehuwd, hij met dit huwelijk een voorname Atheense aristocratische traditie zou hebben voortgezet om vreemdelingen met goede connecties te huwen (R.W. Wallace, Recensie van M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, in BMCR 7 (1996).). Henry gelooft dat Perikles door zijn eigen burgerschapswet ervan werd weerhouden met Aspasia te trouwen en aldus met haar in een ongehuwde staat te moeten samenleven (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138-139 (voetnoot 9).). Op basis van een passage in een komedie houdt Henry vast aan de stelling dat Aspasia waarschijnlijk een pallake was, namelijk een concubine (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 13-15.). De historicus Arnold W. Gomme onderstreept dat Perikles' tijdgenoten waarschijnlijk over Perikles spraken als "getrouwd" met Aspasia (A.W. Gomme, Essays in Greek History and Literature, Salem, 1937, pp. 104-105 (voetnoot 2). (= The Position of Women in Athens in the Fifth and Fourth Centuries, in CPh 20 (1925), pp. 1-25.)). Gearchiveerd op 11 december 2008.
R. Just, Women in Athenian Law and Life, Londen - New York, 1989, p. 144.
Plutarchus, Perikles 24.3-4. Volgens Kahn is het onwaarschijnlijk dat de verhalen zoals die over Socrates' bezoeken aan Aspasia samen met de echtgenotes van zijn vrienden en Lysikles' band met Aspasia historisch zijn. Hij gelooft dat Aeschines onverschillig was voor de historiciteit van zijn Atheense verhalen en dat deze verhalen moeten zijn uitgevonden rond de periode dat de datum van Lysikles' dood was vergeten, maar zijn beroep nog steeds was bekend (C.H. Kahn, Aeschines on Socratic Eros, in P.A. Vander Waerdt (ed.), The Socratic Movement, Ithaca, 1994, pp. 96–-99.). H.G. Adams, art. Aspasia, in H.G. Adams, A Cyclopaedia of Female Biography, Londen, 1857, pp. 75-76.
D. Kagan, The Outbreak of the Peloponnesian War, Ithaca, 1969, p. 197.
Kagan is van oordeel dat, indien het proces tegen Aspasia plaatsvond, "we have better reason to believe that it happened in 438 than at any other time" ("we meer redenen hebben om aan te nemen dat het plaatsvond in 438 dan op eender welk ander tijdstip"; D. Kagan, The Outbreak of the Peloponnesian War, Ithaca, 1969, p. 197.).
A.J. Podlecki, Perikles and his Circle, Londen - New York, 1998, p. 33.
D. Kagan, The Outbreak of the Peloponnesian War, Ithaca, 1969, p. 201.
A.J. Podlecki, Perikles and his Circle, Londen - New York, 1998, p. 126.
W. Smith - rev. G.W. Greene, A History of Greece. From the Earliest Times to the Roman Conquest, New York, 1863, p. 290.
H.G. Adams, art. Aspasia, in H.G. Adams, A Cyclopaedia of Female Biography, Londen, 1857, pp. 75-76.
J.E. Taylor, Jewish Women Philosophers of First-Century Alexandria, New York, 2003, p. 187.
Fornara en Samons nemen de stelling in dat Perikles huwde met Aspasia, maar dat zijn burgerschapswet haar tot zijn ongelijke maakte (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.). Wallace argumenteert dat indien Perikles Aspasia zou hebben gehuwd, hij met dit huwelijk een voorname Atheense aristocratische traditie zou hebben voortgezet om vreemdelingen met goede connecties te huwen (R.W. Wallace, Recensie van M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, in BMCR 7 (1996).). Henry gelooft dat Perikles door zijn eigen burgerschapswet ervan werd weerhouden met Aspasia te trouwen en aldus met haar in een ongehuwde staat te moeten samenleven (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138-139 (voetnoot 9).). Op basis van een passage in een komedie houdt Henry vast aan de stelling dat Aspasia waarschijnlijk een pallake was, namelijk een concubine (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 13-15.). De historicus Arnold W. Gomme onderstreept dat Perikles' tijdgenoten waarschijnlijk over Perikles spraken als "getrouwd" met Aspasia (A.W. Gomme, Essays in Greek History and Literature, Salem, 1937, pp. 104-105 (voetnoot 2). (= The Position of Women in Athens in the Fifth and Fourth Centuries, in CPh 20 (1925), pp. 1-25.)). Gearchiveerd op 11 december 2008.
D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59. Gearchiveerd op 21 maart 2015.
D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59; A.E. Taylor, Plato: The Man and his Work, Londen, 19374 (= Mineola, 2001), p. 41. Gearchiveerd op 21 maart 2015.
Volgens Debra Nails zou het decreet om haar zoon bij Perikles te legitimeren en haar latere huwelijk met Lysikles (Nails neemt aan dat Aspasia en Lysikles waren getrouwd) onmogelijk zijn geweest, indien ze geen vrijgeborene was (D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59.). Cf. J. Lendering, art. Aspasia of Miletus, Livius.org (2005-2006). Gearchiveerd op 21 maart 2015.
B. Arkins, Sexuality in Fifth-Century Athens, in Classics Ireland 1 (1994), pp. 1-8.
Fornara en Samons nemen de stelling in dat Perikles huwde met Aspasia, maar dat zijn burgerschapswet haar tot zijn ongelijke maakte (C.W. Fornara - L.J. Samons II, Athens from Cleisthenes to Pericles, Berkeley, 1991, pp. 162–166.). Wallace argumenteert dat indien Perikles Aspasia zou hebben gehuwd, hij met dit huwelijk een voorname Atheense aristocratische traditie zou hebben voortgezet om vreemdelingen met goede connecties te huwen (R.W. Wallace, Recensie van M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, in BMCR 7 (1996).). Henry gelooft dat Perikles door zijn eigen burgerschapswet ervan werd weerhouden met Aspasia te trouwen en aldus met haar in een ongehuwde staat te moeten samenleven (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 138-139 (voetnoot 9).). Op basis van een passage in een komedie houdt Henry vast aan de stelling dat Aspasia waarschijnlijk een pallake was, namelijk een concubine (M.M. Henry, Prisoner of History. Aspasia of Miletus and her Biographical Tradition, Oxford, 1995, pp. 13-15.). De historicus Arnold W. Gomme onderstreept dat Perikles' tijdgenoten waarschijnlijk over Perikles spraken als "getrouwd" met Aspasia (A.W. Gomme, Essays in Greek History and Literature, Salem, 1937, pp. 104-105 (voetnoot 2). (= The Position of Women in Athens in the Fifth and Fourth Centuries, in CPh 20 (1925), pp. 1-25.)). Gearchiveerd op 11 december 2008.
Kratinos (in Dionysalexandros) assimileerde Perikles en Aspasia naar de figuren van Paris en Helena: net zoals Paris de oorlog met de Spartaan Menelaüs had doen ontstaan door zijn verlangen naar Helena, betrok Perikles, onder invloed van de buitenlandse Aspasia, Athene in een oorlog met Sparta (M. Padilla, Labor's Love Lost: Ponos and Eros in the Trachiniae, lezing tijdens Spring Meeting Conference van de Classical Association of the Middle West and South van 15 april 1999.). Eupolis noemde Aspasia eveneens Helena in zijn Prospaltoi (P.A. Stadter, A Commentary on Plutarch's Pericles, Chapel Hill - Londen, 1989, p. 240.).
Plutarchus, Perikles 24.4. Volgens Debra Nails zou haar latere huwelijk met Lysikles (Nails neemt aan dat Aspasia en Lysikles waren getrouwd) onmogelijk zijn geweest, indien ze geen vrijgeborene was (D. Nails, The People of Plato: A Prosopography of Plato and Other Socratics, Princeton, 2000, pp. 58–59.). Cf. J. Lendering, art. Aspasia of Miletus, Livius.org (2005-2006). Gearchiveerd op 21 maart 2015.