„Bij Soeverein besluit d.d. 18 april 1814, nr. 6 werd een commissie benoemd, om de nationale wetgeving te ontwerpen, bestaande uit de heren J.M. Kemper, buitengewoon Staatsraad (Hoogleraar in de rechten te Leiden) A.W. Philipse (advocaat-generaal bij het hooggerechtshof) A. van Gennep, A.L. Farjon, C. Bijleveld (presidenten bij het hooggerechtshof) B.P. van Wesele Scholten, F.H. Moorrees, H. van der Burgh, D. Westenbergh (raden in het hooggerechtshof) en J. Walraven (advocaat te Amsterdam).” (Bron: Inventaris van het archief van het Ministerie van Justitie[dode link].
J.H.A. Lokin, ‘Die Rezeption des Code Civil in den nördlichen Niederlanden’, in: Zeitschrift fur Europaisches Privatrecht, 2004, nr. 4, pp. 932-946 (vertaling). Zie p. 10 en 11.