In de 16de eeuw werd deze kreits nog Nederlands-Westfaalse Rijkskreis genoemd. Bron: Winfried Dotzauer 1998: Die deutschen Reichskreise (1383-1806), Stuttgart, 297; online bij Google books. De Duitse gebieden van de Westfaalse Kreits liggen thans geheel binnen de bondsstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen.
loegiesen.nl
Oist, heer van Elsloo en zijn vrouw Katharina ontvingen in 1335 de heerlijkheid Kessenich met Grevenbicht in leen van graaf Willem van Gulick in ruil voor erfelijke afstand aan Gulick van het slot en het land van Wildenburg, de stad Wildenburg, de heerlijkheid Amel en de goederen in Oestlingh, met de hoge en lage rechtspraak, de vazallen en borglieden, ministrialen en met de goederen aan de andere kant van de Moesel, die hij (Oyst) van zijn schoonmoeder en de moeder daarvan nog te verwachten had. -- Bronnen: P. Geuskens (1978): 'Gelderse ministrialen in dienst van Gulick in de eerste helft van de veertiende eeuw', De Maasgouw 97, 164-172; Lacomblet: Urkundenbuch III, nr. 292. Vgl. Regesten 1300-1399 Loe Giesen [2]. Gearchiveerd op 30 mei 2023.
stadsarchief-sittard-geleen.nl
In deze bron wordt ten onrechte gedoeld op de graaf van Loon, zie: [1], tweede alinea. De onderliggende bron bij deze inleidende tekst zou volgens de literatuuropgave kunnen zijn: A. Munsters M.S.C. (1944): 'Grevenbicht-Heinsberg', in: De Maasgouw 64, 13-20, maar de hier gemaakte fouten kunnen niet aan aan deze auteur worden toegeschreven. Gearchiveerd op 5 maart 2016.
web.archive.org
In deze bron wordt ten onrechte gedoeld op de graaf van Loon, zie: [1], tweede alinea. De onderliggende bron bij deze inleidende tekst zou volgens de literatuuropgave kunnen zijn: A. Munsters M.S.C. (1944): 'Grevenbicht-Heinsberg', in: De Maasgouw 64, 13-20, maar de hier gemaakte fouten kunnen niet aan aan deze auteur worden toegeschreven. Gearchiveerd op 5 maart 2016.
Oist, heer van Elsloo en zijn vrouw Katharina ontvingen in 1335 de heerlijkheid Kessenich met Grevenbicht in leen van graaf Willem van Gulick in ruil voor erfelijke afstand aan Gulick van het slot en het land van Wildenburg, de stad Wildenburg, de heerlijkheid Amel en de goederen in Oestlingh, met de hoge en lage rechtspraak, de vazallen en borglieden, ministrialen en met de goederen aan de andere kant van de Moesel, die hij (Oyst) van zijn schoonmoeder en de moeder daarvan nog te verwachten had. -- Bronnen: P. Geuskens (1978): 'Gelderse ministrialen in dienst van Gulick in de eerste helft van de veertiende eeuw', De Maasgouw 97, 164-172; Lacomblet: Urkundenbuch III, nr. 292. Vgl. Regesten 1300-1399 Loe Giesen [2]. Gearchiveerd op 30 mei 2023.