Elizabeth Warnock Fernea (1992). The Struggle for Peace: Israelis and Palestinians. University of Texas Press, p. 53. ISBN 978-0-292-76541-2. Gearchiveerd op 4 juli 2014. Geraadpleegd op 23 May 2013 "Abdullah al-Tal, die belast was met de Jordaanse aanval, rechtvaardigde de verwoesting van de Joodse wijk door de claim dat als hij de huizen niet vernietigd had, hij de helft van z'n manschappen zou hebben verloren. Hij voegde eraan toe dat "de systematische verwoesting genadeloze angst teweegbracht in de harten van de Joden, met de dood van zowel strijders als burgers als gevolg.""
Esther Rosalind Cohen (1985). Human Rights in the Israeli-Occupied Territories, 1967-1982. Manchester University Press, p. 210. ISBN 978-0-7190-1726-1. Gearchiveerd op 27 juni 2014. Geraadpleegd op 23 May 2013 "On 11 June, twenty-five dwellings opposite the Wailing Wall (the Mugrabi Quarter) were demolished in order to provide access to the Jews' most holy place of worship."
Elizabeth Warnock Fernea (1992). The Struggle for Peace: Israelis and Palestinians. University of Texas Press, p. 53. ISBN 978-0-292-76541-2. Gearchiveerd op 4 juli 2014. Geraadpleegd op 23 May 2013 "Abdullah al-Tal, die belast was met de Jordaanse aanval, rechtvaardigde de verwoesting van de Joodse wijk door de claim dat als hij de huizen niet vernietigd had, hij de helft van z'n manschappen zou hebben verloren. Hij voegde eraan toe dat "de systematische verwoesting genadeloze angst teweegbracht in de harten van de Joden, met de dood van zowel strijders als burgers als gevolg.""
Esther Rosalind Cohen (1985). Human Rights in the Israeli-Occupied Territories, 1967-1982. Manchester University Press, p. 210. ISBN 978-0-7190-1726-1. Gearchiveerd op 27 juni 2014. Geraadpleegd op 23 May 2013 "On 11 June, twenty-five dwellings opposite the Wailing Wall (the Mugrabi Quarter) were demolished in order to provide access to the Jews' most holy place of worship."