De dam lag in een brede heerd land, die eigendom was van het klooster. Volgens getuigenverklaringen uit 1610 waren de "conventsmeijers van Grisemonneken" op het voorwerk te Muntendam verantwoordelijk voor het jaarlijkse onderhoud van de til in de Hogendam. J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen, Groningen 1901, p. 362 (nr. 45). Mogelijk was dit de Galgentil, een naam die later overging op de til over het Westerdiep.