De twee panden zijn met een fideï-commis bepaling overgedaan aan Mr Jan Akersloot uit Haarlem, die in 1648 getrouwd was met Agneta van Ayta (1630-), een nichtje van Van Bambeeck.[3] Haar moeder Barbara van Bambeeck (-1646) was in 1629 getrouwd met Marten van (A)yta (-1656). Haar kinderen Anna en Marten gaven in 1682 opdracht aan hun stiefvader Johannes Wttenbosch de Aäron en het achterliggende pand te verkopen aan Johannes de Vroom.[4][dode link]
De twee panden zijn met een fideï-commis bepaling overgedaan aan Mr Jan Akersloot uit Haarlem, die in 1648 getrouwd was met Agneta van Ayta (1630-), een nichtje van Van Bambeeck.[3] Haar moeder Barbara van Bambeeck (-1646) was in 1629 getrouwd met Marten van (A)yta (-1656). Haar kinderen Anna en Marten gaven in 1682 opdracht aan hun stiefvader Johannes Wttenbosch de Aäron en het achterliggende pand te verkopen aan Johannes de Vroom.[4][dode link]