Kanttekening 15: "Dit vers, alzo het een zeer klaar getuigenis vervat van de Heilige Drievuldigheid, schijnt van de arianen uit enige boeken uitgelaten geweest te zijn, maar wordt in meest alle Griekse boeken gevonden en zelfs ook bij vele oude en aanzienlijke leraars die voor de tijden der arianen geleefd hebben, tot bewijs der Heilige Drievuldigheid daaruit bijgebracht; en de tegenstelling van de getuigen op de aarde vers 8, toont klaarlijk dat dit vers daar wezen moet, gelijk ook blijkt uit vers 9, waar gesproken wordt van deze getuigenis Gods"