[artikel 634 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005290&boek=7&titeldeel=10&afdeling=3&artikel=634]. Wettenbank. overheid.nl. Geraadpleegd op 11 augustus 2023. “In afwijking van lid 1 kan bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald dat dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer in enig jaar de overeengekomen arbeid niet heeft verricht wegens ziekte worden aangemerkt als vakantie tot ten hoogste het aantal vakantiedagen dat voor dat jaar boven het in artikel 634 bedoelde minimum is overeengekomen.”
artikel 640a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Wettenbank. overheid.nl. Geraadpleegd op 11 augustus 2023. “De aanspraak op het minimum, bedoeld in artikel 634, vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Bij schriftelijke overeenkomst kan ten gunste van de werknemer worden afgeweken van de termijn van zes maanden, bedoeld in de eerste zin.”
artikel 642 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. wettenbank. overheid.nl. Geraadpleegd op 11 augustus 2023. “Onverminderdartikel 640a verjaart een rechtsvordering tot toekenning van vakantie door verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.”
artikel 638 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Wettenbank. overheid.nl. Geraadpleegd op 11 augustus 2023. “De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen de vakantie op te nemen waarop de werknemer op grond van artikel 634 ten minste aanspraak heeft.”