Zie bijvoorbeeld het oordeel van het Brussels Gerechtshof in 1888 over toelating van Mary Popelin als advocaat: "de eigenheid van de vrouw, de relatieve zwakte van haar gestel, de terughoudendheid die inherent is aan haar geslacht, de bescherming die zij behoeft, haar bijzondere opdracht binnen de mensheid, de verplichtingen en de afhankelijkheid die gepaard gaan met het moederschap, de opvoeding die zij aan haar kinderen moet geven, de leiding over het huishouden en de echtelijke woning die aan haar is toevertrouwd, plaatsen haar in omstandigheden die weinig verenigbaar zijn met de verplichtingen van het beroep van advocaat en verlenen haar noch de tijd, noch de kracht, noch de vaardigheden om het hoofd te kunnen bieden aan de strijd en de vermoeidheid aan de balie". In: Belgische Senaat, Geschiedenis en Erfgoed: Algemeen stemrecht, VI. 1949: Eindelijk "één vrouw, één stem" - Het stemrecht voor vrouwen