Belon, P. (1553). De arboribus coniferis resiniferis: 21a: "Est etiam pinaster in hortis regiae Fontanaeblaei ex semine enata, alter arbor vitae dicta. [...] Nemini autem antiquorum ea hoc nomine unquam cognita fuit. Audio quendam ex navigatione novi orbis [...] reportasse" [Er is ook een 'Pinaster', in de koninklijke tuinen van Fontainebleau, die uit zaad is ontstaan, en die ook wel 'arbor vitae' wordt genoemd. [...] Niemand van de klassieke schrijvers kon die naam echter kennen. Ik hoor (namelijk) dat deze (plant) van een reis naar de nieuwe wereld [...] mee is teruggebracht.]
Volgens Jacques Daléchamps (1587; genoemd door Linnaeus in Hortus Cliffortianus: 449) was het degene die de plant aan Frans I schonk, die hem de naam 'arbor vitae' gaf, zie: Daléchamps, J. (1587). Historia generalis plantarum: 60: "Thuiae tertium genus in regiis [...] hortis, et quibusdam aliis Lutetiae viret, [...] quam qui Francisco Galliarum Regi dono dedit, Arborem vitae nominavit, fortasse ob odoris vehementiam." [De derde 'Thuja', die degene die hem aan koning Frans (I) van Frankrijk ten geschenke gaf 'arbor vitae' heeft genoemd, misschien vanwege de sterke geur, groeit in de koninklijke tuinen en bij enkelen elders in Parijs.]; ook volgens Bauhin werd de plant "onder de naam 'arbor vitae' aan koning Frans I aangeboden," maar dat kan gekopieerd zijn van Daléchamps, naar wie hij cryptisch verwijst met de naam "Thuyae tertium genus, Lugd.", zie: Bauhin, G. (1623). Pinax theatri botanici: 488: "Haec e Canada Francisco I Galliarum regi, arboris vitae nomine oblata, fortasse ab odoris vehementia vel ob immortalem ejus comam, sic dicta." [Deze werd uit Canada aan koning Frans I van Frankrijk aangeboden onder de naam 'arbor vitae', misschien zo genoemd vanwege de intensiteit van zijn geur, of vanwege de onsterfelijkheid van zijn loof.]
Eastern OLDLIST. Thuja occidentalis. Rocky Mountain Tree-Ring Research, Inc. & Eastern Kentucky University (2008). Geraadpleegd op 15 januari 2021.
conifers.org
Earle, C.J., ed. (2020). Thuja occidentalis in: The Gymnosperm Database. Geraadpleegd op 15 januari 2021
csic.es
bibdigital.rjb.csic.es
Volgens Jacques Daléchamps (1587; genoemd door Linnaeus in Hortus Cliffortianus: 449) was het degene die de plant aan Frans I schonk, die hem de naam 'arbor vitae' gaf, zie: Daléchamps, J. (1587). Historia generalis plantarum: 60: "Thuiae tertium genus in regiis [...] hortis, et quibusdam aliis Lutetiae viret, [...] quam qui Francisco Galliarum Regi dono dedit, Arborem vitae nominavit, fortasse ob odoris vehementiam." [De derde 'Thuja', die degene die hem aan koning Frans (I) van Frankrijk ten geschenke gaf 'arbor vitae' heeft genoemd, misschien vanwege de sterke geur, groeit in de koninklijke tuinen en bij enkelen elders in Parijs.]; ook volgens Bauhin werd de plant "onder de naam 'arbor vitae' aan koning Frans I aangeboden," maar dat kan gekopieerd zijn van Daléchamps, naar wie hij cryptisch verwijst met de naam "Thuyae tertium genus, Lugd.", zie: Bauhin, G. (1623). Pinax theatri botanici: 488: "Haec e Canada Francisco I Galliarum regi, arboris vitae nomine oblata, fortasse ab odoris vehementia vel ob immortalem ejus comam, sic dicta." [Deze werd uit Canada aan koning Frans I van Frankrijk aangeboden onder de naam 'arbor vitae', misschien zo genoemd vanwege de intensiteit van zijn geur, of vanwege de onsterfelijkheid van zijn loof.]